voluit: Titus Lucretius Carus, Romeins dichter, *96 v.C. (?) Rome, ♱ (zelfm.) 55 v.C. Rome.
Lucretius geschrift over de oorsprong der dingen (De rerum natura) is na zijn dood door Cicero uitgegeven (6 boeken). Het is een in hexameters geschreven leerdicht, waarin Lucretius de Romeinen bekend wilde maken met de leer over de atomen (atomist) en in het algemeen met de filosofie van Epikouros, om hen te bevrijden van de angst voor de goden en voor de dood en hen zo te verzekeren van een innerlijke rust. De goden immers hebben geen invloed op het aards gebeuren, dat geheel wordt bepaald door de beweging die aan de atomen eigen is. De dood kan geen oorzaak van vrees zijn, omdat de mens er niet is wanneer de dood er is en, zolang de mens er is, de dood er nog niet is. Lucretius is een sombere, vaak bittere, hooghartige en aristocratische figuur. Boek I en II behandelen de fysica, d.w.z. de leer over de atomen of elementen, zoals die door Demokritos en later door Epikouros was geformuleerd; boek III handelt over de menselijke ziel, die als stoffelijk en sterfelijk wordt gezien; boek IV over de zintuiglijke waarneming, de enige en als absoluut betrouwbaar aanvaarde bron van alle menselijke kennis; in de boeken V en VI spreekt Lucretius over het ontstaan van aarde, hemel, zee, sterren en levende wezens; vooral de ontwikkeling van het menselijk geslacht en de evolutie van de cultuur worden op schitterende wijze beschreven; in boek VI poogt Lucretius een verklaring te geven van meteorologische verschijnselen als donder, bliksem, aarbevingen, vulkanische uitbarstingen, rijzen en dalen van de Nijl, magnetisme e.d.
Hij besluit zijn werk met een beschrijving van de pestepidemie te Athene (429 v.C.). De beroemdste passages zijn de hymne aan Venus (I, 1— 49) en die aan Epikouros (V, 1—54). Lucretius is veel nagevolgd, o.a. door Ovidius en Manilius. Daarna is hij eeuwenlang vergeten, totdat Poggio Bracciolini in 1414 een handschrift van een van zijn geschriften ontdekte. Daardoor kreeg hij grote invloed op de dichters van het humanisme. Uitgaven: door C.Bailey (3 dln. 1963); door A.Ernout en L. Robin (3 dln. 1962); door I.G.M.Gerhardt (1948; Ned. vert. van boek I en V); door A.Rutgers van der Loeff (1966).
LITT. M.Rozelaar, Lukrez (1943); A.Ernout, Lucrèce (1947); P.Boyancé, Lucrèce et l`épicurisme (1963); D.R.Dudley, Lucretius (1963); P.H.Schrijvers, Horror ac divina voluptas. Etudes sur la poétique et la poésie de Lucrèce (1970).