v./m. (-s), terrein in hoofdzaak bestemd voor de ontvangst en het vertrek van verkeersvliegtuigen.
Een luchthaven moet beschikken over voorzieningen die voldoen aan technische eisen en veiligheidseisen en over faciliteiten die een vlotte afhandeling van passagiers, bagage, vracht en post waarborgen. In het stationsgebouw zijn de aankomsten vertrekhallen ondergebracht en de wachtzaal voor de passagiers die de douane zijn gepasseerd.
Aangezien het vrachtvervoer door de lucht steeds meer toeneemt, verrijzen er op de belangrijke internationale luchthavens enorme vrachtgebouwen waar de afhandeling, inclusief de inklaring, in het algemeen mechanisch en met behulp van computers plaatsheeft. Tevens heeft dit toenemende vrachtvervoer ertoe geleid, dat diverse bedrijven het nuttig vinden zich op de luchthaven zelf te vestigen. Een luchthaven beschikt over een eigen politie-en brandweerkorps. Verder treft men er verscheidene restaurants, buffets en winkels aan. Ten slotte bieden luchthavens plaats aan diverse bedrijven, waaronder verscheidene toeleveringsbedrijven voor de activiteiten op de luchthaven, en hebben luchtvaartmaatschappijen er hun kantoren, onderhoudsdiensten en werkplaatsen.
De luchtverkeersregeling en de meteorologische voorlichting aan de bemanningen van voor vertrek gereedstaande vliegtuigen worden in het algemeen niet door de luchthavens zelf verzorgd; in b.v. Nederland zijn deze taken aan resp. de rijksluchtvaartdienst en het KNMI toebedeeld, in België aan de Regie der Luchtwegen.
Al naar gelang van de omstandigheden (heersende winden en te verwachten luchtverkeer) zijn luchthavens met een of meer verharde banen uitgerust. Vaak vindt men ze twee aan twee evenwijdig lopend, zodat starten en landen tegelijkertijd op verschillende banen kan plaatshebben (BrusselNationaal).
LITT. D.Riemens, Luchthavenexploitatie (1967).
