Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

LSD

betekenis & definitie

(ook: acid), afk. van het Du.: Lysergsäurediäthylamid, synthetische verbinding tussen het moederkorenalkaloïde lyserginezuur en een diëthylamidegroep, die reeds in zeer kleine hoeveelheden (100-150 μg) in staat is bij de gebruiker bewustheidsontwrichtend te werken (vroeger ook LSD-25).

LSD is een kleur-, reuken smaakloze stof, die goed oplosbaar is. Het wordt gerangschikt onder de psychodysleptica of ook wel onder de hallucinogenen, psychedelica of fantastica. LSD wordt veelvuldig als drug gebruikt. Tijdens een LDS-trip dringen zintuigprikkels veranderd door; kleuren en vormen worden intenser beleefd, soms worden geluiden gezien, kleuren gevoeld enz. De belevenis van de eigen persoonlijkheid kan sterk veranderen. Tijd en ruimte worden anders beleefd; tijd kan b.v. zeer langzaam gaan.

Er kan sprake zijn van visuele hallucinaties. Meestal is de tripper in zichzelf gekeerd. Risico’s van het LSD-gebruik zijn de mogelijk optredende angstreacties (het flippen), suïcide, depressies en bij langdurig overmatig gebruik het optreden van psychosen.

De uitwerking van LSD werd in 1943 ontdekt door de Zwitser A. Hoffmann, en het werd door R.B. Woodward in 1954 geheel synthetisch bereid. Zowel in Nederland als in België beschouwt men LSD als een verslavend verdovend middel. In Nederland valt het onder de bepaling van de Opiumwet en in België onder de bepalingen van het KB van 22.7.1966.

< >