Frans dep. rond de bovenloop van de Loire en de Allier, in het Centraal Plateau en de Cévennes, 5180 km2, 80.000 inw. (in 1850 160.000 inw.). Hoofdplaats: Mende.
Veel mensen trekken weg. De akkerbouw (rogge en aardappelen) is van weinig betekenis. De landbouw geeft werk aan 40% van de beroepsbevolking. Er is veel weidegrond (runderen- en schapenteelt). De bodem bevat mineralen (o.a. lood, antimoon en koper), maar exploitatie vindt slechts in geringe mate plaats. Er is weinig industrie. Het toerisme wint aan betekenis.