Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Lowie

betekenis & definitie

Robert Heinrich (Harry) Lowie, Amerikaans antropoloog van Oostenrijkse afkomst, *12.6.1883 Wenen, ♰21.9.1957 Berkeley (Californië). Lowie was een leerling van F.Boas en wordt gerekend tot de belangrijkste antropologen.

Van 1908-21 was hij verbonden aan het museum voor natuurlijke historie te New York en verrichtte hij de meeste van zijn veldonderzoeken, m.n. onder de Crow, waarbij hij een grote kennis verwierf van de etnografie. Hij was m.n. geïnteresseerd in de verspreiding van cultuurelementen (diffusionisme). Zijn standaardwerk, Primitive society, had gedurende 30 jaar grote invloed op de antropologische theorie over sociale organisatie. In wezen is het een grondige kritiek op Ancient society van L.H.Morgan, waarbij Lowie nieuwe gegevens gebruikte om de vele verkeerde interpretaties te herzien. Hoewel Lowie op grond hiervan als anti-evolutionist wordt gezien, geeft hij in feite een herziene visie op de evolutie van de menselijke cultuur (evolutionisme). Van 1921-50 was Lowie hoogleraar te Berkeley.

Werken: Primitive society (1920), The origin of the state (1927), The Crow Indians (1935), The history of ethnological theory (1937), Social organization (1948), Primitive religion (1948), Toward understanding Germany (1954). Uitgave: R.H. Lowie, ethnologist (1959; autobiogr.).

LITT. M. Harris, The rise of anthropol. theory (1968); R.F. Murphy, R.H. Lowie (1972).

< >