Belg. gemeente in de prov. Oost-Vlaanderen (arr.Gent), 15,82 km2, 6360 inw. (64% van de actieve woonbevolking pendelt).
De tewerkstelling ligt voor 46% in de tertiaire sector (verplegingsinstituut), voor 36% in de industrie (vleeswaren), voor 18% in de landbouw (50% grasland, enige tuinbouw; zandleemgronden). Er zijn diverse kastelen. In 1452 is de gemeente verwoest door de troepen van Filips de Goede. Op 1.1.1977 werd Lovendegem uitgebreid met Vinderhoute.