Jean, Belg. dirigent en componist, *3.1.1914 Oostende. Louel studeerde aan de conservatoria te Brugge, Gent en Brussel en was leerling van J.Jongen.
In 1948 werd hij leraar aan het conservatorium te Brussel. Van 1945-49 was hij directeur van de muziekacademie te Aalst en van 1949-56 te Anderlecht; in 1956 werd hij inspecteur van het muziekonderwijs in België, in 1959 leraar voor compositie aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Als dirigent leidde hij de belangrijkste Belg. orkesten. Als componist stond hij lang onder invloed van Ravel. Na de Tweede Wereldoorlog voerde hij een eigen stijl, m.n. neoclassicistisch gericht.Composities (vrijwel louter instrumentale muziek): orkestwerken, o.a. Symfonie (1941), Fantasie op twee trouvèreliederen (1942), Triomfmars (1945), Fanfares (1948), twee pianoconcerten (1945, 1949), twee vioolconcerten (1950, 1970), kamermuziek, o.a. Burleske voor fagot en piano (1943), Concerto da camera voor fluit (1946-47), Sonatine voor twee violen en piano (1955), Suite voor fluit, cello, vibrafoon en harp (1968), cantates, concerti en kamermuziek.