[Lat.], v., plantkundige term voor een huisje, dat door eencellige planten (algen) uit het protoplasma wordt afgescheiden.
De lorica heeft de functie van een celwand, maar verschilt o.a. door haar chemische samenstelling (géén cellulose). Er zijn openingen in de lorica om eventuele zweepharen, die in de celprotoplast verankerd zijn, door te laten.