Oostenrijks architect, *10.12.1870 Brünn, †23.8.1933 Kalksburg (bij Wenen). Loos kreeg zijn opleiding in Duitsland en de VS.
Van 1920-22 was hij hoofdarchitect van de gemeentelijke woningdienst te Wenen. Hij geldt als voorloper van de latere nieuwe zakelijkheid. Loos werd bekend door zijn heftig ijveren tegen het ornament in de architectuur. Zijn beroemde gezegde Ornament ist Verbrechen moet vooral gezien worden als scherpe reactie op de 19e-eeuwse stijlimitatie die, ook in Oostenrijk, overheersend was. Zijn latere werken kenmerken zich door zeer sobere kubische vormen waaraan alle ornamentiek vreemd is. Hij streefde naar een zinvolle toepassing van verschillende kleuren materiaalstructuren.
Zijn betekenis lag vooral in de vrije groepering van de plattegronden met verspringende assen, waardoor een voordien ongekende ruimtewerking ontstond. Hij stichtte een eigen bouwopleiding. Sinds de jaren vijftig is zijn werk herontdekt. Zijn bouwwerken zijn grotendeels onherstelbaar gewijzigd of verdwenen. Uitgave: Sämtliche Schriften, door F.Glück (1962).
LITT. L.Münz en G.Künstler, Der Architekt A. Loos (1964); O.Uhl, Moderne Architektur in Wien (1966).
