v./m. (-en),
1. zeer los gedraaid koord, gedrenkt in een of andere oplossing, waardoor het gemakkelijk vuur vat en langzaam verbrandt, vroeger gebruikt voor het ontsteken van ontplofbare stoffen (vuurkoord): de in het kruit werpen, (ook fig.) een uitbarsting veroorzaken; (fig.) ruiken, onraad vermoeden, de lucht van iets krijgen;
2. de eerste, bij het voorspinnen verkregen grove draad, kamband.