v., operatieve behandeling van het in de borstholte gelegen deel van de ademhalingsorganen.
De longchirurgie betrof na de Eerste Wereldoorlog vooral gevallen van tuberculose. De laatste jaren staat de operatieve therapie van longkanker op de voorgrond. Afhankelijk van de uitbreiding van de aandoening wordt een deel van één long, een segment (segmentresectie) of een kwab (lobectomie), weggenomen of één van de twee longen in haar geheel (pneumectomie). Het verwijderen van één long is niet alleen een ingrijpende procedure voor ademhaling en gasuitwisseling, maar ook voor de bloedsomloop. De hoeveelheid bloed die per minuut de longen passeert, moet na het verwijderen van een deel van de longen in de dezelfde tijd het resterende deel worden doorgepompt. Wanneer dit moeilijkheden oplevert, heeft dat direct nadelige gevolgen voor de hartspier.