[Fr. Garin le Loherain], held uit de graalsagen, zoon van Parzival, die op bevel van koning Arthur hertogin Elsa van Brabant in een schip dat door een zwaan getrokken wordt te hulp komt.
Hij huwt haar, maar hij moet haar weer verlaten als zij de verboden vraag naar zijn herkomst stelt. Het is de zwaanriddersage, door Franse bronnen gebruikt ter verheerlijking van de voorgeschiedenis van het geslacht van Godfried van Bouillon, gecombineerd met de graalsage. In de Lage Landen werd de sage gelokaliseerd in Nijmegen en Kleef. De sage werd door R.Wagner in 1848 in de opera Lohengrin verwerkt.
LITT. A.G.Krüger, Die Quellen der Schwanrittersage (1936); H.de Boer, Die deutsche Literatur im spaten Mittelalter (1962).
