[Ital.], v./m. (-s),
1. vrijstaande overdekte galerij; overdekte galerij langs een paleis: de door Rafaël versierde loggia`s in het Vaticaan;
2. ingebouwd balkon, met alleen de voorzijde open.
Een loggia is meestal hoger dan de begane grond. Zij is aan de bovenkant en aan een zijkant afgesloten, maar staat door ruime openingen in de buitenmuur aan de voorkant en soms ook aan één zijkant in een open verbinding met de buitenlucht. Loggia’s fungeren als buitenzitplaats en bieden betere beschutting dan buiten de gevel uitstekende balkons. In de winter kunnen zij met glas worden afgesloten. Een loggia in de vorm van een balkon ziet men boven de hoofdingang van de Sint-Pieter te Rome. Als tribune wordt de loggia dei Lanzi te Florence gebruikt. De loggia kan ook uitgroeien tot een galerij, zoals de vele Lauben in Bern.