Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Locke

betekenis & definitie

John, Engels filosoof, *29.8.1632 Wrington♱t28.10.1704 Oates. Locke studeerde te Oxford medicijnen, chemie en filosofie.

Vooral Ockham en Descartes oefenden grote invloed op hem uit. In 1667 kwam hij in contact met de graaf van Shaftesbury, wiens familie hij twee generaties lang diende als secretaris, arts en opvoeder. Van 1675—79 vertoefde hij in Frankrijk, van 1682—89 in Nederland. Toen stadhouder Willem m de Engelse troon besteeg, keerde Locke met hem naar Engeland terug.In zijn filosofisch hoofdwerk Essay concerning human understanding gaat Locke, evenals Descartes, uit van de vraag naar de oorsprong, betrouwbaarheid en omvang van de menselijke kennis. Hij ontkent dat er aangeboren ideeën bestaan, en meent dat de geest bij de geboorte is als een onbeschreven blad papier (tabula rasa). Pas door de zintuiglijke ervaringen wordt dit met tekens (ideeën) gevuld. Er is dus niets in het verstand dat niet eerst in de zintuigen was (empirisme). Het bewustzijn bestaat dan uit elementen (ideas) die zich door associaties tot complexe voorstellingen aaneenrijgen (associationisme). Belangrijk is het door Locke opnieuw ingevoerde, van Demokritos stammende onderscheid tussen de primaire en de secundaire eigenschappen van een object. De primaire, zoals ondoordringbaarheid, uitgebreidheid, vorm, getal, beweging, zijn reëel en onafhankelijk van de waarnemer; de secundaire eigenschappen, zoals kleur, reuk, smaak, zijn niet werkelijk, maar bestaan slechts in de geest.

Lockes vermaardheid op het gebied van staatsfilosofie en ethiek was nog groter. Zijn standpunt was individualistisch en steunde op een vergaande tolerantie, die zich echter niet uitstrekte tot atheïsten. Het christendom achtte hij niet in strijd met de rede. Locke verdedigde de Glorious Revolution en kwam op voor een constitutioneel-parlementaire regeringsvorm, met scheiding van wetgevende, uitvoerende en federatieve macht. Hij is grondlegger van de leer der staatshuishouding ten aanzien van de burgers. Als pedagoog drong Locke aan op ontwikkeling van de natuurlijke aanleg, vorming van een zelfstandig karakter, lichaamsharding en op aanschouwelijk onderwijs met vermijding van nutteloze geleerdheid.

Lockes invloed op het denken in Europa in de 18e eeuw was groot, m.n. in Engeland en Frankrijk. Werken: Epistolae de tolerantia (1685; anoniem), Two treatises on government (1689), Some thoughts on education (1693), The reasonableness of christianity (1695). Uitgave: Works, door Saint John (9 dln. 1854); Correspondence, door E.S.de Beer (2 dln. 1976).

LITT. J.W.Yolton, J.Locke (1956); J.Dunn, The political thought of J.Locke (1969); C.B.Martin en

M.Armstrong, Locke and Berkeley (1968); P. Laslett, J.Locke, two treatises on government(1970); F.Duchesneau, L`empirisme de Locke (1973); J.D.Mabbot, J.Locke (1973).

< >