Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

lithium

betekenis & definitie

[Gr. lithos, steen], o., chemisch element, symbool Li.

Lithium is een alkalimetaal en het eerste van de elementen van de lA-groep (periodiek systeem). Omdat lithium gemakkelijk één elektron afstaat vormt het in reacties positieve ionen. Deze ionen hebben de edelgasstructuur van helium en splitsen daarom geen tweede elektron meer af. De lage ionisatiespanning maakt dat de reacties met zuurstof en andere elektronegatieve elementen (halogenen) sterk exotherm zijn, zodat stabiele verbindingen worden gevormd. Het lithium in de natuur bestaat uit de stabiele isotopen ,Li (7,42 %) en Li (92,58 %), verder zijn drie radioactieve isotopen bekend met atoommassa 5, 8 en 9 die alle een korte halveringstijd hebben en dus niet geschikt zijn om lithium te merken. De zouten van lithium zijn in water goed oplosbaar behalve het Li2C03 en Li3P04.

De scheikundige verbindingen met lithium vertonen veel verwantschap met magnesiumverbindingen. Dit komt doordat de elektrische velden van het Li1+-ion en het Mg2+-ion vergelijkbaar zijn. De grotere lading van het Mg2+ wordt gecompenseerd door de kleinere straal van het Li+. Lithium wordt bewaard in minerale olie, vrij van zuurstof en water.

Voorkomen. Lithium komt voor in verscheidene minerale wateren en in mineralen als lepidoliet, petaliet, spodumeen en amblygoniet. De as van bepaalde planten, onder andere tabak, bevat lithium. Lithium kan niet als vrij metaal in de natuur voorkomen. Het verbetert de mechanische eigenschappen van aluminium indien een gering percentage wordt toegevoegd. Het wordt toegepast in katalysatoren in de kunststofindustrie en in brandstof voor raketten.

Door de hoge soortelijke warmte vindt lithium toepassing als warmteuitwisselaar. In de organische chemie wordt lithium in de vorm van het aluminiumhydride (LiAlH4) als reductiemiddel gebruikt. Metallurgie. De voornaamste grondstof voor de bereiding van het metaal is spodumeen, een lithiumaluminiumsilicaat met 3—4 % lithium. Het erts wordt bij 800-900 °C verhit met kaliumsulfaat, waarbij lithiumsulf aat gevormd wordt dat met water kan worden geëxtraheerd. Het lithium wordt uit deze oplossing neergeslagen als carbonaat en vervolgens met zoutzuur omgezet in lithiumchloride. Dit wordt in een bad van gesmolten kaliumchloride aan een elektrolyse onderworpen, waarbij lithiummetaal aan de kathode wordt gevormd.

Tegenwoordig wordt lithiumchloride ook bereid door spodumeen te mengen met calciumchloride en calciumcarbonaat en te verhitten op 1000-1200 °C. Het lithiumchloride vervluchtigt en wordt in opvangkamers verzameld. Lithium is het metaal met de kleinste volumieke massa, 534 kg/m3, het wordt gemakkelijk geoxideerd en is zo zacht dat het met een mes kan worden gesneden. Metallurgisch wordt lithium het meest gebruikt als een lithiumcalciumloodalliage (0,04 % Li, 0,6 % Na, 0,7 % Ca, rest lood), een lagermetaal dat speciaal geschikt is voor gebruik bij lagere temperaturen. Lithium wordt toegepast als katalysator en in bepaalde glassoorten.

< >