(Port.: Lisboa), hoofdstad van de republiek Portugal en van de gelijknamige prov. (2762 km2, 1,5 mln. inw.), ligt aan de meer vormige inham van de Taag, 12 km van de monding, 825000 inw. Lissabon heeft al eeuwen lang het karakter van een wereldstad.
Het is regeringscentrum en vóór alles havenstad (export van wijn, olie, fruit, kurk, vis, zout, groenten, import van graan en grondstoffen). De industrie (langs de Taag) omvat: voedingsmiddelen, chemicaliën, plastics, olieraffinage, elektrotechnische apparaten, machines, transportmateriaal, textiel, confectie, scheepsbouw, visserij. De stad is gebouwd op een heuvelland aan de zuidrand van het plateau van Estremadura. Lisboa Oriental is het oudste deel van de stad. Een warnet van nauwe, bochtige straten leidt van de nieuwe stad en van de rivieroever naar het Castelo de Sao Jorge (vroeger burcht, thans kazerne), middelpunt van de oude stad. Ten zuiden daarvan ligt de Sé Patriarcal (paleis van de patriarch), ten oosten de Sao Vicente de Fora (12e eeuw, later vernieuwd, thans augustijnenklooster) met Pantheon Real. Aan de noordzijde de kerken Nossa Senhora da Graça, Nossa Senhora do Monte en de Nossa Senhora da Penha de França met wonderdoende beelden. De enig overgebleven oude wijk na de aardbeving van 1755 is Alfama, thans centrum van typisch Portugese restaurants.
Middelpunt van handel, verkeer en bestuur vormt de Cidade baixa, een door heuvels omsloten gedeelte, met smalle elkaar loodrecht snijdende straten, grote pleinen en regeringsgebouwen. Beroemd is het prachtig aangelegde Parque Eduardo III. Belangrijke openbare gebouwen zijn de Academia de Belas Artes en de nationale bibliotheek (in een vm. klooster). Naar het westen komt men in Lisboa Occidental met brede straten. Aan de noordkant de schitterende plantentuin, aan de westzijde het vroegere San Bento-klooster (17e eeuw), de cortes en het staatsarchief. Verder de Academia Real das Ciências (met bibliotheek en archeologisch museum), ondergebracht in een klooster.
Ten westen van Lisboa Occidental de stadswijk Buenos Aires, het voornaamste stadsgedeelte met het vroegere koninklijke paleis, verschillende parken en kerkhoven. Langs de oever van de Taag de armoedigste woonwijken. Eén der fraaiste gebouwen is het in de wijk Belém gelegen Mosteiro dos Jerónimos, en ook de Torre de Belém (beide 16e eeuw). Lissabon bezit ook vele musea, o.a. het Museu de Arte Antiga; Museu de Arte Popular; Museu dos Coches; Museu do Carmo, Museu Gulbenkian en Museu de Arte Contemporanea. Vele schouwburgen, een arena voor stierengevechten en een zeer modern stadion. De universiteit is in 1290 gesticht door koning Diniz (in de 14e eeuw verplaatst naar Coimbra, van eind 14e tot midden 16e eeuw en sinds 1911 definitief te Lissabon). Verder een conservatorium voor muziek en dramatische kunst.
Lissabon is een zeer dynamische stad; voortdurend worden er nieuwe, zeer fraai aangelegde wijken bijgebouwd en oude wijken afgebroken om vernieuwd te worden. De stad bezit een metro. De luchthaven is Portela de Socavem. GESCHIEDENIS. Reeds de Feniciërs hadden ter plaatse van Lissabon een nederzetting Olisippo of Alisubbo. Lissabon was het Romeinse municipium Felicitas Julia, dat in 612 door de Arabieren bezet werd, die Lissabon aanduidden als Lisjboena. In 1147 werd Lissabon veroverd door Afonso i.
In 1260 verhief Afonso III Lissabon tot hoofdstad. In de 16e eeuw was Lissabon een zeer belangrijke havenen handelsstad. Ca.1750 had de stad ca. 300000 inw., maar werd voor bijna 70 % verwoest door een aardbeving (1755).