m. (mv.), Labroidei, een onderorde van vissen, behorend tot de baarsachtigen.
De onderorde lipvissen omvat ca. 60 geslachten, met talloze soorten, die vooral in warmere zeeën nabij rotskusten en riffen voorkomen. Zij zijn veelal fraai gekleurd, met dikke lippen en uitstulpbare bek. De vier inheemse soorten zijn van andere lokale baarsachtigen te onderscheiden door de enkelvoudige rugen aarsvin (elk met stekels en vertakte zachte vinstralen), vrij korte aarsen borstvinnen, recht afgesneden of afgeronde staartvin, en de dikke lippen. Men onderscheidt: de gevlekte lipvis (Labrus bergylta), tot ruim 50 cm; de kliplipvis (Ctenolabrus rupestris), 18 cm; de zwartooglipvis (Symphodus melops), 25 cm en Baillons lipvis (Symphodus bailloni), 22 cm. Slechts de eerstgenoemde wordt vrij regelmatig langs de Ned.-Belg. kust aangetroffen; alle vier soorten leven voornamelijk zuidelijker en in de Middellandse Zee. Lipvissen zijn carnivoor.