v./m. (-en), staafje kleurstof om de lippen te kleuren.
Lippenstift wordt gebruikt om de lippen een sprekender of meer aan de mode aangepaste kleur te geven. Zij dient tevens om de lipslijmvliezen bescherming te geven tegen schadelijke invloeden van buitenaf, hoewel daartoe ook een staafje kleurloze cacaoboter kan gebruikt worden; lippenstift met een te hoog gehalte aan droge stof (kissproof) heeft in dit opzicht een averechtse werking. De gewoonte de lippen te beschilderen dateert al uit de prehistorische tijd en was lange tijd onderdeel van de lichaamsversiering uit religieuze en/of erotische motieven. Langzamerhand werd deze versiering gereduceerd tot het gezicht en dan alleen voor vrouwen. Daarmee werd het kleuren van de lippen onderdeel van de make-up. De lippenstift als zodanig stamt uit de 19e eeuw en is thans in een grote variatie van kleuren en eigenschappen, alle op basis van ongiftige, lang beproefde kleurstoffen verkrijgbaar. Slechts bij uitzondering is een gebruikster allergisch (lichte ontsteking van het Iipslijmvlies, vooral in de mondhoeken).