oorspronkelijk het mengelmoes van Italiaans, Frans, Spaans, Grieks, Turks en Arabisch dat als contactmiddel gebruikt werd in het Middellandse-Zeegebied; bij uitbreiding iedere taal, gebruikt in het handelsverkeer tussen sprekers van verschillende talen. Voorbeelden: Pidgin-Engels: communicatiemiddel tussen Engels sprekenden en Chinees of Japans sprekenden; het Chinook: een mengsel van Nootka, Engels en Frans, contactmiddel eind 18e eeuw aan de noordwestkust van Amerika en gebruikt door Engelse en Franse handelaars en sprekers van Noordamerikaanse Indianentalen; het Swahili in Oost-Afrika.
LITT. H.Kahane, R.Kahane en A.Tietze, The lingua franca in the Levant (1958); D.Hymes (red.), Pidginization and creolization of languages (1971).