(ook: lineaire elektromotor), elektromotor waarvan het vlakke primaire gedeelte (ook wel stator genoemd) ten opzichte van het secundaire gedeelte in een vlakke baan beweegt. De lineaire motor kan men zich voorstellen als een draaistroommotor waarvan de stator opgesneden is en in het platte vlak neergeslagen.
Er zal dan langs de statoromtrek een schuivend magnetisch veld ontstaan, ook wel loopveld genaamd. Het principe van een lineaire inductiemotor: het primaire gedeelte is voorzien van gleuven waarin de draaistroomontwikkeling is ondergebracht. Het secundaire deel bestaat uit een vlakke rechte kopergeleider, die zich tussen het primaire gedeelte en het magnetische sluitstuk bevindt. Een uitvoering met een dubbele stator: de werking van beide uitvoeringen is als volgt.
Door het magnetische loopveld worden in het secundaire gedeelte wervelstromen geïnduceerd, waardoor een krachtwerking ontstaat. Het secundaire deel gaat nu bewegen ten opzichte van het primaire deel of omgekeerd. Meestal is de stator beperkt van afmetingen en vrij opgesteld terwijl het secundaire deel ten opzichte van de stator zeer lang is en vast is opgesteld. Toepassingen: transportinstallaties, tractie. Bij een lineaire motor van het synchrone type zoals dit voor de spoorwegen zou kunnen worden toegepast: het primaire gedeelte is in de baan verwerkt en op het voertuig bevindt zich een elektromagneet.
Het loopveld in de baan trekt de magneet in het voertuig met zich mee. Door de frequentie van de stroom in het primaire deel te variëren, kan de snelheid van het voertuig beïnvloed worden.