Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

ligger

betekenis & definitie

m. (-s),

1. iemand die ligt;
2. draagbalk: bruggen met liggers met volle wanden; dwarsbalk waarop de rails liggen;
3. de liggende molensteen waarop de loper ronddraait;
4. ijkmaat, standaardmaat;
5. (protestants kerkrecht) een gewaarmerkte lijst van in een bepaalde gemeente aanwezige kerkelijke of ook diaconale goederen en fondsen: de van de gemeente;
6. (vissersterm) vrouwelijke snoek;
7. (luchtvaart) vleugelligger, constructiedeel dat de verticale krachten op de vleugel overbrengt. In de vakwerkstaalconstructie is een ligger een hoofdbalk bestaande uit een zware profielbalk (Iof H-balk) of opgebouwd uit lichtere profielstaven die door schetsplaten met elkaar zijn verbonden (dit om gewicht te besparen). Deze vakwerkliggers werden vroeger geklonken, maar nu algemeen gelast. Liggers worden veel toegepast bij stalen bruggen, loopkranen en dakconstructies voor grote overspanningen (fabriekshallen).

< >