m. (-bogen), blijvende lichtende elektrische ontlading of stroomdoorgang door de lucht tussen twee elektroden.
Een lichtboog ontstaat bij het onderbreken van een stroomkring op de plaats waar de contacten van elkaar gaan, derhalve in schakelaars. Om de schade ten gevolge van inbranden te beperken, zorgt men ervoor dat de lichtboog zich vormt tussen gemakkelijk te vervangen contactdelen, en dat de hoofdcontacten er niet van te lijden hebben, zie booglicht, boogontlading, gasontladingslamp.