v. (-n, -s), de afstand van de voetzool tot aan de kruin van het hoofd, bij voorkeur gemeten in staande toestand.
De lichaamslengte geeft een belangrijke aanduiding over de groei van een individu. De lengte die in volwassen toestand bereikt wordt, toont grote individuele verschillen; er is ook grote variatie tussen verschillende populaties. In Noordwest-Europa worden de mensen gemiddeld vrij lang: relatief kleine mensen komen voor in bepaalde delen van Spanje en Italië. Bij alle populaties zijn de vrouwen kleiner dan de mannen (5-8 %). Binnen een zelfde populatie kunnen verschillen voorkomen tussen sociaal-economische groeperingen. Slechte milieuomstandigheden kunnen de lengtegroei zodanig
remmen, dat in volwassen toestand niet de maximale lengte is bereikt. Door verbetering in de algehele sociale en hygiënische toestand is in de 20e eeuw de gemiddelde lichaamslengte in vrijwel geheel Europa toegenomen. Zie antropometrie, groei.