Amerikaans psycholoog, *9.9.1890 Mogilno (Posen), †12.2.1947 Newton (Massachusetts); van Duitse afkomst. Lewin studeerde te Berlijn, waar hij in 1922 docent en in 1927 hoogleraar werd.
In 1933 emigreerde hij naar de VS, waar hij sinds 1935 werkte aan de universiteit van Iowa. In 1945 werd hij hoofd van het Research Centre for Group Dynamics aan het Massachusetts Institute of Technology. Lewin heeft een grote invloed gehad op vele gebieden in de psychologie. In menig opzicht vormt zijn werk een brug tussen de psychoanalyse, de gestaltpsychologie en de sociale psychologie.Hij is de grondlegger van de veldtheorie, volgens welke het gedrag een functie is van de situatie (het psychologisch veld), bepaald door de interactie tussen persoon en omgeving. Hij kwam daardoor tot de experimentele studie van kleine groepen. Lewin heeft getracht deze theorie op mathematische wijze te formaliseren met begrippen ontleend aan de topologie. Hij paste haar voornamelijk toe op het gebied van de motivatie-, de kinderen de groepspsychologie.
Werken: A dynamic theory of personality (1935), Principles of topological psychology (1936), Resolving social conflicts (1948), Field theory in social Science (1951).
LITT. D.Cartwright, Lewinian theory as a contemporary systematic framework (1959).
