v., ziekte bij huisdieren die wordt veroorzaakt door een virus.
Men onderscheidt twee vormen van leukose bij de kip.
1. Een infectie door een oncornavirus, waarmee kuikens vaak al in het ei besmet zijn. De ziekteverschijnselen treden na 4-9 maanden op. De dieren worden suf, leggen niet meer, hebben soms een tekort aan rode bloedcellen en sterven. Woekerende, onrijpe witte bloedcellen veroorzaken haarden in de lever. Bestrijding is niet mogelijk.
2. Een herpes-virusinfectie (Marekse ziekte), waarvan naast een acute vorm met haarden in de lever, een chronische vorm bestaat met aantasting van zenuwen, waardoor verlammingen optreden. Tegen Marekse ziekte bestaat een goede enting.
Bij de kat wordt leukose eveneens door een virus veroorzaakt. Het virus gaat van kat op kat over. De verschijnselen variëren met de plaats waar het virus zich vermeerdert (darmwand, zwezerik, beenmerg). Door bloedonderzoek kan de diagnose met zekerheid gesteld worden. Leukose komt ook voor bij runderen.