[Gr. pladzo, slaan], m. (-en), (ook: amyloplast), ongekleurd celorganel.
Leukoplasten zijn ongekleurde plastiden die vooral in het protoplasma van de cellen van die plantendelen voorkomen, waarin zetmeel als reservevoedsel wordt opgeslagen (knollen, wortelstok, zaden). De zetmeelkorrels worden door deze leukoplasten gevormd.