m. (-en),
1. (meestal hoge) weerstand die door verontreiniging b.v. van oppervlakken ontstaat tussen punten die in het ideale geval volkomen geïsoleerd zouden zijn;
2. (ook: roosterlekweerstand), eertijds in buizenradio-ontvangers weerstand tussen rooster en aarde.
De lekweerstand werd aangebracht om het hoogfrequent signaal te kunnen vaststellen. In de transistorentechniek komt dit type weerstand niet meer voor.