Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Leip

betekenis & definitie

Hans, Duits schrijver, *22.9.1893 Hamburg. Leip was onderwijzer, werd kunstcriticus en tenslotte redacteur van Simplicissimus.

In 1924 werd hij bekend door de roman Godeskes Knecht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg hij grote bekendheid door het door hem geschreven liedje Lili Marleen en later door het overal gezongen en in het Engels vertaalde Lied im Schutt. Zijn werken, waarvan hij er vele zelf illustreerde, zijn vervuld van een verlangen naar wijde verten en een zucht naar avontuur. Werken: Tinser (1926), Jan Himp und die kleine Brise (1932), Abschied in Triest (1949), Die Sonnenflöhe (1952), Der grosse Fluss im Meer (1954), Hol Uber, Cherub (1960), Die Taverne Zum musischen Schellfisch (1963), Aber die Liebe (1969).

LITT. R.F.Italiaander, H.Leip und sein Werk (1958; met bibl.); W.Duwe, H.Leip (1968).

< >