Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Lehar

betekenis & definitie

Franz, Hongaars-Oostenrijks componist, *30.4.1870 Komorn, ♱24.10.1948 Bad Ischl. Lehar studeerde van 1882-88 viool aan het conservatorium te Praag en werd hierna tot 1898 kapelmeester in het leger.

Vanaf 1899 werkte hij te Wenen, waar hij in 1905 zijn eerste grote succesoperette, Die lustige Witwe schreef. Ook schreef hij liederen, walsen, marsen en filmmuziek. De operettes van Lehar zijn nog steeds bijzonder populair. Composities: operettes: Der Graf von Luxemburg (1909), Zigeunerliebe (1910), Paganini (1925), Der Zarewitsch (1926), Friederike (1928), Das Land des Lãchelns (1929); operas: Rodrigo (1893), Kukuschka (1896; later bewerkt tot Tatjana, 1905).

LITT. M.v.Peteani, F.Lehar (1952).

< >