m. (-en),
1. (hist.) ben. voor penningen (Fr. jetons) die men op rijen neergelegde om ermee te rekenen; (vandaar) emolument aan een ambt verbonden;
2. grote gedenkpenning zonder oogje, die in een etui wordt bewaard.
De legpenning was sinds de 14e eeuw in Frankrijk, Duitsland, Engeland en de Nederlanden in gebruik bij het rekenen (rekenpenning). Ned. legpenningen vanaf ca. 1550-1671 herdenken meestal historische feiten, die erop worden afgebeeld. Zij komen zowel in zilver als in koper, een enkele maal in goud voor.