Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

legaat (erfrecht)

betekenis & definitie

[Lat. legare, bij testament vermaken], o. (-gaten),

1. erfmaking, testamentaire beschikking waarbij de erflater aan een persoon bepaalde goederen geeft;
2. goederen van een erflater: een legaat krijgen.

In Nederland zijn met de uitkering van een legaat meestal een of meer erfgenamen belast; de verplichting kan echter ook aan een legataris worden opgelegd. Deze heeft volgens de gangbare opvatting alleen een recht tot opvordering van de hem vermaakte zaak; de gelegateerde zaak moet aan hem worden geleverd op de voor die zaak voorgeschreven wijze. De legataris heeft met de schulden van de erflater geen bemoeienis; hij hoeft daarin niet te dragen en is daarvoor niet aansprakelijk, tenzij de erflater hem een desbetreffende last heeft opgelegd. Indien de nagelaten goederen niet voldoende zijn om de legaten in hun geheel uit te keren en er heeft aanvaarding onder het voorrecht van boedelbeschrijving plaatsgevonden, worden alle legaten naar evenredigheid van hun grootte verminderd, tenzij de erflater anders mocht hebben beschikt. Het legaat van een goed, dat niet van de erflater is, is nietig. Legaten van naar de soort bepaalde zaken, b.v. een geldsom, zijn echter geldig, onverschillig of de erflater die zaken werkelijk heeft nagelaten of niet (artt. 1004-1019 BW).

In België wordt het legaat geregeld door artt. 10021024 BW. De wet onderscheidt drie soorten:

1. het algemeen legaat, waardoor de begiftigde tot de gehele nalatenschap geroepen wordt, net als een wettelijk erfgenaam, wat geenszins betekent dat hij de ganse nalatenschap werkelijk krijgt, want hij moet al de erf schulden betalen, de andere legaten uitkeren, en ondergaat de samenloop met andere algemene legatarissen of met reservataire erfgenamen;
2. het legaat onder algemene titel, waardoor de erflater een deel van het beschikbare vermaakt, of alle onroerende zaken, of alle roerende, of een deel van alle onroerende, of van alle roerende, terwijl de legataris nochtans niet de saisine heeft en geen voordeel kan halen uit het vervallen van andere legaten;
3. het bijzonder legaat, dat het vermaken van een bepaalde zaak betreft, bij tegenstelling tot een roeping tot het geheel of tot een abstract deel daarvan.

< >