Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Lefèvre, Théo

betekenis & definitie

Belg. politicus, *17.1.1914 Gent, ♱l8.9.1973 Sint-Lambrechts-Woluwe. Lefèvre werd jurist.

Hij was vanaf 1946 c vp-volksvertegenwoordiger voor het arr. Gent, van 1950—61 was hij nationaal voorzitter van de CVP, in 1958 werd hij minister van Staat. Van 1960-65 was Lefèvre voorzitter van de Europese Unie van Christen-democraten, van 1961-65 eerste minister. Van 1968-72 was hij minister zonder Portefeuille, en van 1972-73 staatssecretaris, belast met wetenschapsbeleid en programmatic. Lefèvre legde de grondslag voor het schoolpakt van 1958 waardoor de onderwijswetten betreffende de confessionele en de officiële schoolnetten tot stand kwamen. Als eerste minister slaagde hij er in belangrijke taalwetten uit te vaardigen en bereidde hij de grondwetsherziening voor inzake de geregionaliseerde staatsstructuur.

Werken: Amerika en wij(1968), Wetenschap vandaag voor de maatschappij van morgen (1971).

LITT. L.Beyer de Rijke, T.Lefèvre (1967); L.Rens, e.a., T.Lefèvre (1968).

< >