Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

leesteken

betekenis & definitie

o. (-s),

1. teken om de verschillende leden van een volzin van elkaar te scheiden en daardoor het lezen gemakkelijker te maken: in oude handschriften vindt men weinig of geen leestekens;
2. accent.

Leestekens vervullen verschillende functies. Punt, vraag-en uitroepteken duiden het zinseinde aan en geven tevens enige aanwijzing omtrent de intonatie waarmee de zin gelezen moet worden. Komma(Gr., afgekapt onderdeel) en puntkomma dienen ter aanduiding van de geleding binnen een zin. De functies van andere leestekens, zoals dubbele punten gedachtestreep,z ijn moeilijk precies te omschrijven. Daarnaast zijn er nog algemenere tekens, als haakjes, aanhalingstekens, koppeltekens. Naast de eigenlijke leestekens, die het lezen van zinnen moeten verduidelijken, zijn er ook tekens die de uitspraak van woorden of letters verhelderen, b. v. accenten(oorspronkelijk voor toonhoogte, later voor intensiteitsverschil, klanknuances e.a.), trema, apostrof, de Duitse Umlaut(oorspronkelijk een kleine e).

Het gebruik van leestekens (Lat.: interpunctio, het tussenvoegen van stippen) gaat terug op antieke grammatici, en heeft zich gedurende de middeleeuwen langzaam ontwikkeld; de huidige situatie heeft zich ca. de 18e eeuw gevormd. In het gebruik van leestekens bestaat groot verschil van schrijver tot schrijver: sommigen gebruiken veel leestekens, anderen praktisch geen; sommigen volgen op school geleerde regels, anderen verwaarlozen deze. Ook varieert het gebruik van leestekens met de tijd (zo lijkt het alsof de dubbele punt in het Ned. vaker en ook anders gebruikt wordt dan vroeger) en van taal tot taal.

< >