bn. en bw. (-der, -st),
1. duidelijk: leesbaar schrift; de laatste woorden zijn niet leesbaar; ook gebruikt met betrekking tot machines die een codetekst verwerken;
2. geschikt om gelezen te worden, aangenaam om te lezen: een boek;
3. (typografie) het normale, leesbare schrift op papier of film.
In spiegelbeeld afgedrukt schrift wordt onleesbaar genoemd. De typografische begrippen leesbaar en onleesbaar worden, ook in vakkringen, vaak verward met de begrippen negatief en positief.