Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

leerpsychologie

betekenis & definitie

v., onderdeel van de functieleer waarin op wetenschappelijke wijze de menselijke (ev. dierlijke) functie van het leren wordt bestudeerd.

Menselijk leren kan worden gedefinieerd als: een proces met duurzame resultaten waardoor nieuwe activiteiten van de persoon kunnen ontstaan of waardoor reeds in diens repertoire aanwezige activiteiten zich kunnen wijzigen (Van Parreren). In deze omschrijving komt naar voren dat gedragsveranderingen ten gevolge van een leerproces onderscheiden worden van die welke onder invloed van vermoeidheid, drugs e.d. plaatsvinden. Ook wijzigingen in het gedrag onder invloed van de zgn. rijping, een met de groei van het organisme samenhangend proces, rekent men gewoonlijk niet tot leren. Het begrip leren wordt overigens ruim opgevat in de psychologie: het omvat niet alleen leren gericht op reproduktie van het geleerde (b.v. het memoriseren van een rij woordjes; inprenting), maar ook het zgn. incidentele leren (d.w.z. leren zonder dat een leerintentie aanwezig is), het leren van vaardigheden als fietsen en typen (automatiseren), maar ook van sociale vaardigheden zoals het omgaan met mensen, enz.

Het leervermogen is niet beperkt tot de mens. Men heeft aangetoond dat zelfs zeer primitieve levende wezens, zoals de platworm, in staat zijn tot leren. M.n. in de Amerikaanse psychologie is veel onderzoek gedaan naar leerprocessen bij dieren (vooral ratten), in de hoop te komen tot fundamentele wetmatigheden die ook voor het menselijke leren zouden gelden.

Het experimentele onderzoek van het leren kwam in de tweede helft van de 19e eeuw op gang (Ebbinghaus, Thorndike) en nam zo’n grote vlucht, dat het een van de meest centrale en meest betreden terreinen van de psychologie is geworden. In het onderzoek van het leren is in de jaren zestig van de 20e eeuw een groeiende aandacht merkbaar voor de toepassingsmogelijkheden van de in de experimentele leerpsychologie ontwikkelde principes. Dit heeft o.m. geleid tot de ontwikkeling van de geprogrammeerde instructie in het onderwijs, en tot het invoeren van de gedragstherapie voor de behandeling van neurotische stoornissen.

Definities van leren verschillen, al naar gelang de theoretische achtergrond van waaruit zij geformuleerd worden (leertheorie). Steeds meer begint het besef door te breken dat het leren niet terug te voeren valt op één theoretisch uitgangspunt, maar dat er verschillende vormen van leren bestaan die zich afwisselend, afhankelijk van de situatie, voordoen. Sommige dingen doet men reflexmatig, bij andere gaat men al proberend te werk. Weer andere zaken leert men door ze af te kijken van iemand die het al kan (imiteren), cognitieve stijl; onderwijspsychologie.

LITT. F.C.F.van Parreren, Psychologie van het leren (2 dln. 1969-70); R.M.Gagné, The conditions of learning (2e dr. 1970); W.F.Hill, Learning (1972); A.M.P.Khoers, Leren en ontwikkeling (1973); H.Skowronek, Leerpsychologie (1974); S.H.Hulse, J.Deese en H.Egeth, The psychology of learning (1975).

< >