v./m., de bij de wet vastgestelde verplichting van ouders of voogden om de hun toevertrouwde kinderen gedurende een bepaald aantal jaren onderwijs te laten volgen.
De leerplicht is in Nederland ingevoerd bij de Leerplichtwet van 1969, die herhaaldelijk is gewijzigd (o.a. in 1975). Zij legt geen schoolplicht op, huisonderwijs is toegestaan, mits voldoende. De leerplicht begint op 1 aug. van het jaar waarin het kind 6 jaar en 8 maanden oud is, en eindigt na 10 jaar volledig dagonderwijs aan het einde van het dan bereikte leerjaar. Na de volledige leerplicht kent men sinds 1975 de gedeeltelijke of partiële leerplicht. Gedurende een jaar moet een kind dan nog twee dagen per week onderwijs volgen. Dit kan aan vormingsinstituten, in verband met het leerlingwezen, bij interne bedrijfsopleidingen e.d.
In verband met lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid kan vrijstelling worden gegeven. In België loopt de algemene leerplicht van 6-14 jaar (wet van 19.5 1914).