Karel Lodewijk, Vlaams dichter, *9.11. 1805 Eeklo, ♱l9.3.1847 Gent. Ledeganck promoveerde na zelfstudie in de rechten (1835).
Hij was o.a. werkzaam als vrederechter te Kaprijke en te Zomergem. Ledeganck kwam voort uit de rederijkerstraditie en was de eerste talentvolle vertegenwoordiger van de romantiek in de Zuidned. poëzie. Hij onderging de invloed van Byron, die hij vertaalde, van Lamartine en van de Europese preromantiek. Zijn zwanenzang De drie zustersteden werd het dichterlijk evangelie van de Vlaamsche Beweging genoemd. Werken: Bloemen myner lente (1839), Het burgslot van Zomergem (1840), De zinnelooze (1842), De drie zustersteden (1846). Uitgaven: Verspreide en nagelaten gedichten, door J.F. J.Heremans (1852; vele herdrukken); Bloemlezing, door P.de Smaele (1942).
LITT. J.Crick, K.L.Ledeganck (1945); E.de Bock, Ondergang en herstel (1970).
