v./m. (-ben), (ook: chymosine, lebenzym, lebferment), enzym dat bij jonge zogende dieren in het maagsap voorkomt en bedoeld is om de melk te stremmen.
Door de leb gaat het melkeiwitcaseïne over in paracaseïne dat onoplosbaar is, waardoor de melk de maag niet snel verlaat. Het voordeel hiervan is dat het in de melk aanwezige eiwit evenals het vet langer aan de enzymen van de maag (pepsine en lipase) kunnen worden blootgesteld. Uit de lebmaag van jonge geslachte kalveren wordt het voor de kaasbereiding zo belangrijke enzym geëxtraheerd. stremsel.