eigenlijk: Charles Édouard Jeanneret, Frans architect, schilder en beeldhouwer; van Zwitserse afkomst, *6.10.1887 La Chaux-de-Fonds, ♱27.8.1965 Roquebrune. Le Corbusier bouwde op jarige leeftijd zijn eerste huis, daarna talrijke afzonderlijke woonhuizen in Frankrijk en in andere landen.
In 1908 werkte hij voor A.Perret. Vanaf 1922 werkte hij een tijdlang samen met zijn neef P. Jeanneret. Hij ontwierp stedebouwkundige plannen ó.a. voor Buenos Aires, Stockholm, Antwerpen, Algiers, Nemours (Afrika) en Bogotá. Te Parijs bouwde hij voor de wereldtentoonstelling het Pavillon de l`esprit nouveau (1925), het gebouw van het Leger des Heils (1929) en het Zwitserse paviljoen voor de Cité Universitaire (1932). In 1931 werd hij door de Russische regering naar Moskou uitgenodigd om stedebouwkundige plannen te bestuderen.
Samen met O.Niemeyer bouwde hij het Ministerie voor Opvoeding te Rio de Janeiro en van 1948-52 werkte hij aan de Unité d`habitation te Marseille. Sinds 1951 was hij als ontwerper en uitvoerder betrokken bij de bouw van de nieuwe stad Chandighar voor de Indiase regering. In 1958 ontwierp hij het paviljoen voor Philips op de wereldtentoonstelling te Brussel. Zijn architectonisch credo legde hij aanvankelijk in vijf punten neer:
1. kolom- en skeletconstructies maken dragende muren overbodig en veroorloven vrijheden (b.v. tuin onder de gebouwen doorlopend);
2. skeletbouw geeft gelegenheid tot een vrije opstelling op de vloeren;
3. onbeperkt lange vensters, soms als glazen wand;
4. de niet-dragende gevel wordt vrij op de overstekende vloer opgesteld;
5. gelegenheid tot aanleg van daktuinen.
De bouw van de kapel te Ronchamp in 1955 betekende een keerpunt. De typische rechtlijnigheid, voortkomend uit een gekozen constructiesysteem, maakte plaats voor een vrije plastische vormgeving. Niet de puur technische functie ging hem boeien, maar de ideële functie van het bouwwerk, die tot uitbeelding gebracht moest worden: Ronchamp als centrum van bedevaartgangers sedert vele eeuwen. Uit dezelfde versie ontstond zijn laatste belangrijke werk op dit gebied, het klooster Sainte-Marie te Éveux-sur-l`Arbresle. Werken: Vers une architecture (1923), La ville radieuse (1935), Quand les cathédrales étaient blanches (1937), Le Modulor (2 dln. 1950-55), Ronchamp (1957). Uitgaven: Le Corbusier und Pierre Jeanneret, ihr gesamtes Werk von 1910-29 (1930); Le Corbusier et Pierre Jeanneret, Oeuvre complète de 1929 -56 (6 dln. 1935).
LITT. W.S.van der Erve, Le Corbusier (1949); F. Choay, Le Corbusier (1960); S.v. Moos, Le Corbusier (1968); M.Besset, Qui était Le Corbusier (1968).