Frans schilder en theoreticus, *24.2.1619 Parijs, ♱l2.2.1690 Parijs. Le Brun was een leerling van F.Périer, van S.Vouet en later van N.Poussin in Italië,waar hij van 1642-46 vertoefde.
Toen hij in Parijs terug was kreeg hij van N.Fouquet, superintendant van koning Lodewijk XIV, opdracht het slot Vaux le Vicomte te decoreren. Na de voltooiing hiervan werd zijn kunst door Lodewijk XIV opgemerkt. De koning zag in hem de geschikte persoon, aan wie hij de centralisatie van de verschillende takken van kunst en kunstindustrie kon toevertrouwen. Dit systeem is door J.B.Colbert, de minister van Financiën, samen met Le Brun doorgevoerd. In 1648 stichtte hij de Académie Royale de Peinture, in 1668 werd hij directeur de la Manufacture des gobelins en premier peintre du roi. In 1662 werd hij in de adelstand verheven.
De grote verdienste van Le Brun ligt niet in zijn tamelijk academische schilderkunst, maar in zijn decoratieve en organisatorische talenten. Zijn levenswerk is het slot te Versailles, dat met medewerking van alle grote kunstenaars uit de gouden eeuw van Frankrijk onder zijn leiding tot stand kwam.
LITT. A.Blunt, Art and architecture in France (1953); Cat. tent. C.Le Brun, Versailles (1963).