Schots financier, *16.4.1671 Edinburgh, ♱21.3.1729 Venetië. Law, die te Londen en Amsterdam het bankwezen bestudeerd had, propageerde de oprichting van circulatiebanken, op grond van de gedachte dat toeneming van geld en kredietmogelijkheid stijgende welvaart zou brengen.
In 1716 kreeg hij in Frankrijk, waar een ernstig geldtekort heerste, toestemming tot vestiging van de Banque Générale te Parijs. Deze instelling gaf papiergeld uit (gedekt door grond en het krediet van de staat) en accepteerde staatsschuldpapieren. Voor de handel met Louisiana stichtte Law in 1717 de Compagnie d’Occident (zgn. Mississippi), die door zijn bank werd gesteund. In 1719 verenigde hij de bestaande compagnieën voor Azië en Afrika met de zijne in de Compagnie des Indes en deed nieuwe uitgiften van aandelen, die tot duizelingwekkende waarden opliepen en koortsachtig verhandeld werden. Stabilisatiepogingen waren vruchteloos.
Er ontstond wantrouwen, het herstel stortte ineen (1720) en duizenden families werden geruïneerd. Law vluchtte en stierf in armoede.
LITT. R.Trintius, J.Law et la naissance du dirigisme (1950); R.Kerschagl, J.Law, die Erfindung der modernen Banknote (1956); H.M.Hyde, J.Law (1969).
