(Nieuwgr.: Lavrion), in de oudheid naam voor het bergachtige zuiden van het Griekse Attika, dat zilver en lood produceerde, waarschijnlijk sinds het begin van de ijzertijd. Na 483 v.C. nam de exploitatie met behulp van slaven door toevallige vondsten en na systematisch onderzoek op instigatie van -vThemistokles, sterk toe, met gunstige gevolgen voor het oorlogspotentieel.
Na de 4e eeuw v.werden de mijnen, zij het minder intensief, nog geëxploiteerd tot ca.100 v.C.
LITT. J.Labarbe, La loi navale de Thémistocle (1957); S.Lauffer, Die Bergwerkssklaven von Laureion (1975).
