[Fr., kunst ter wille van de kunst], een nauw met het estheticisme samenhangende, m .n. in de 19e eeuw verbreide theorie volgens welke het enige doel van de kunst is, een indruk van schoonheid over te brengen, zonder enige bijbedoeling; een standpunt dat ca. 1850 verdedigd werd door m.n. T.Gautier en T.de Banville.
Later vindt men deze opvatting o.a. terug in Frankrijk bij de dichters van de Parnasse, in Nederland bij de Tachtigers.