Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

landschout

betekenis & definitie

m. (-en), vertegenwoordiger van de landsheer in een, verscheidene kerspels of dorpen omvattend, gedeelte van het landsheerlijk gebied (meestal een vm. gouw of graafschap).

De naam landschout geraakte in de latere middeleeuwen in onbruik, omdat deze functionarissen zich ter onderscheiding van de lagere schouten liever anders noemden, b.v. maarschalk (Utrecht), baljuw (Holland, Vlaanderen), drost (Drenthe, Overijssel, de Veluwe) of ambtman (de Betuwe).

< >