[Duitse stad Landau, waar de eerste gebouwd zou zijn], m. (-s), vierpersoons koetsiersrijtuig op vier wielen, portier aan weerszijden, twee banken vis-ais en neerklapbare lederen kap in twee delen.
De landauer, bekend vanaf midden 18e eeuw, heeft een model als de berline. De kast met vloeiend gebogen bodemlijn heette naar de ontwerper Sefton-landauer, die met hoekige vorm Shelbourne-landauer. De Glaslandauer of berline-landauer, heeft in plaats van een lederen voorkap ramen en een halfdak, die in elkaar gevouwen neerzinken onder de bok. Zie landaulet.