m., een soort zwaar Brabants bier.
Lambiek werd oorspronkelijk (1559) gebrouwen van 10 delen gerst of haver en 6 delen tarwe, thans van 40 % tarwe en 60 % mout. Vergisting van de wort wordt uitgevoerd met behulp van een bijzonder en ongebruikelijk gistras, Brettanomyces, dat niet wordt toegevoegd, maar zich in de lucht bevindt (een spontane gisting). Deze gistsoort produceert alcohol en azijnzuur uit suiker. Lambiek is dan ook een vrij zuursmakend bier en is nog een van de weinige speciale bieren, evenals het Berlijnse wit bier. Op het eind van de 19e eeuw werden van lambiek de geuzelambiek en de krieklambiek afgeleid.