Alphonse Marie Louis Prat de, Frans dichter, *21.10.1790 Macon, ♰1.3.1869 Passy. De Lamartine was gezantschapssecretaris te Florence (1825) en maakte daarna carrière in de politiek.
In 1820 verschenen zijn Méditations poétiques, 24 gedichten met o.a. het beroemde Le lac en Le vatton, die geestdriftig ontvangen werden. Deze gedichten zijn voorbeelden van de zuivere romantiek. Hij maakte reizen naar Griekenland, Syrië en Palestina, die hij beschreef in Voyage en orient (1835). Van 1836-38 verschenen twee episoden van een groots maar onvoltooid epos over de mens, Jocelyn en La chute d’un ange. Histoire des Girondins (8 dln. 1847) is een geschiedkundig werk, beheerst door zijn denkbeelden over vrijheid en vooruitgang. Raphaël (1849) en Graziella (1852) zijn geromanceerde jeugdherinneringen.
Door zijn redevoeringen en geschriften had De Lamartine een groot aandeel in de Februarirevolutie van 1848; hij werd lid van de voorlopige regering en minister van Buitenlandse Zaken. Toen Lodewijk Napoleon aan de macht kwam, betekende dit het einde van de politieke activiteiten van De Lamartine. De laatste jaren van zijn leven was hij gedwongen tot broodschrijverij, b.v. zijn Cours familier de littérature (28 dln. 1856—69). De Lamartine heeft de Franse romantiek vooral door zijn eerste bundels verrijkt met teergevoelige, zwaarmoedige poëzie. Opvallend is daarbij de welluidende muzikaliteit van zijn verzen. Werken: poëzie: Méditations poétiques (1820), Nouvelles méditations poétiques (1823), La mort de Socrate (1823), Harmonies poétiques et religieuses (1830), Recueillements poétiques (1839).
Uitgaven: Oeuvres complètes (41 dln. 1860-66; 22 dln. 1900-07); Correspondance (6 dln. 1873—75); Lettres inédites (1944); Oeuvres poétiques complètes (1963).
LITT. M.F.Guyard, A.de Lamartine (1956); L. Bernero, De Lamartine, sa vie, son oeuvre (1960); W.Hirdt, Studiën zur Metaphorik Lamartines (1967); M.Toesca, Lamartine ou l’amour de la vie; M.Hamlet-Metz, la critique littéraire de Lamartine (1974).