Ned. vorm van voortgezet onderwijs, geregeld bij KB van 26.10.1967. Een leerling die het zesde leerjaar van een basisschool doorlopen heeft, kan worden toegelaten.
Er wordt les gegeven in Nederlands en één moderne taal, geschiedenis en aardrijkskunde, maatschappijleer, wiskunde (waaronder rekenen), kennis der natuur, muziek, tekenen, handvaardigheid en lichamelijke oefening. In een aantal andere vakken kan les worden gegeven (b.v. Esperanto, kunstgeschiedenis, kinderverzorging). De cursus duurt twee jaar. LAVO kan ook worden gegeven in het eerste jaar of het eerste en tweede jaar van lagere beroepsscholen. Er zijn nu slechts enkele afzonderlijke LAVO-scholen; het meeste lager algemeen voortgezet onderwijs wordt gegeven in de lagere beroepsscholen en in afdelingen van scholengemeenschappen.
