m. (-turen), (kristallografie), kristalstructuur met dichtgestapelde lagen, waartussen de bindingen zwak zijn.
(e) Verbindingen met een lagenstructuur vertonen een opvallend gemakkelijke splijting en glijding langs deze vlakken. Ze behoren meestal tot het hexagonaal systeem en het C-vlak, (0001)-vlak is het splijtvlak. Voorbeelden van stoffen met een lagenstructuur zijn talk en grafiet. Zij kunnen in sommige gevallen aangewend worden als droge smeermiddelen doordat de lagen gemakkelijk over elkaar glijden.