(lipbloemigen; alternatieve naam: Lamiaceae), plantenfamilie, behorend tot de klasse Dicotyledones, ca. 200 geslachten (meer dan 3000 soorten) kruiden, soms heesters omvattend, die wereldwijd verspreid zijn (met voorkeur voor het Middellandse-Zeebekken). Planten vaak ruw of kleverig behaard en door vluchtige oliën sterk geurig.
Blad enkelvoudig, tegenoverstaand, aan een meestal vierkante stengel. Bloemen zygomorf in schijnkransen, in bladoksels. Kelk en kroon vergroeidbladig; kroon meestal tweelippig. Meeldraden vier (tweemachtig) of twee. Vruchtbeginsel vierhokkig of vierdelig. Eén stijl (twee stempels).
Vrucht vier éénzadige nootjes (zeer zelden besachtig). Tot deze familie behoren zeer vele keukenkruiden, b.v. Ocimum (bazielkruid), Rosmarinus (rozemarijn), Salvia (salie), Satureja (steentijm), Thymus (tijm); geneeskrachtige planten, b.v. Melissa (melisse), Mentha (munt). Geurige olie levert Lavandula (lavendel). ➝Stachys, ➝Teucrium.